Article

Stadsecoloog: ‘Voor natuur moet je in Amsterdam zijn’

Uit een rapport van het Wereldnatuurfonds (WNF) blijkt dat het slechter dan ooit gaat met de Nederlandse natuur op het boerenland. In Amsterdam floreert de natuur juist, zegt stadsecoloog Remco Daalder.

Het Parool - Beeld ANP

Uit het rapport blijkt dat sinds 1990 de populaties wilde dieren in open natuurgebieden en op het boerenland gemiddeld zijn gehalveerd. Het overschot aan stikstof is de belangrijkste oorzaak, maar ook bemesting, bestrijdingsmiddelen en verdroging.

Moeten we ons in Amsterdam ook zorgen maken?

“Nee, eigenlijk niet. Amsterdam doet het goed. De biodiversiteit gaat hier op sommige plekken zelfs vooruit. Wij gebruiken in ons groenbeheer bijvoorbeeld geen bestrijdingsmiddelen.”

En stikstof?

“Ja, ook in de stad is uitstoot. Maar wel minder dan in grote landbouwgebieden als Brabant en Drenthe. Hier zijn veel bossen, we worden omhuld door groen. In Waterland zitten boeren, maar die zijn gemiddeld goed bezig: ze gebruiken minder mest en bestrijdingsmiddelen, en een aantal houdt het land niet kunstmatig droog. Ze zijn een voorbeeld voor de rest van Nederland.”

Telt de stad ook steeds minder insecten?

“Nee, dat denk ik niet, hoewel exacte cijfers ontbreken. Dat het hier zo goed gaat, komt vooral door al het groen in de stad, dat we zelf aanleggen en beheren. Neem het bloemenlint in Noord, van mijn collega Fred Haaijen. Dat is zo goed voor insecten. Het aantal wilde bijen is bijvoorbeeld gestegen. Maar niet alleen insecten doen het goed, ook het aantal ijsvogels in de stad groeit bijvoorbeeld hard.”

Waarom hier wel, en elders niet? Je zou verwachten dat insecten en vogels liever niet in een stad vertoeven.

“We zijn heel goed in kleine stukken grond optimaal benutten. De geveltuinen in de Pijp, de drijvende tuintjes op de Hobbemakade. Vaak nemen bewoners het initiatief. Wij stadsbewoners denken dat we ver van de natuur af staan, misschien dat we er daarom zo veel aandacht voor hebben. Zo van: dan maken we het zelf maar. Nou, dat werpt zijn vruchten af.”

“Een nieuwe trend is overigens natuurinclusief bouwen. Niet meer een gebouw zomaar neerzetten, maar dat zo bouwen dat beesten en planten er ook wat aan hebben. Dus met groene gevels, daktuinen, nestkasten voor zwaluwen en vleermuizen.”

Daar mogen we best trots op zijn, toch?

“Zeker. We kunnen concluderen dat door onze inspanningen het aantal wilde dieren en insecten hier niet minder wordt. Daarmee wil ik de problemen in Nederland niet bagatelliseren, want die zijn alarmerend. Maar hier gaat het goed. Voor natuur moet je in Amsterdam zijn.”

Bron: Grosfeld, T. 2020. Stadsecoloog: 'Voor natuur moet je in Amsterdam zijn'. Het Parool.