Article

Planstudie Knoop A10 - N247 - S116 (KANS)

Notitie Reikwijdte en detailniveau

Initiatief Planstudie: Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam en de Vervoerregio Amsterdam.
Penvoerder: Vervoerregio Amsterdam

 

3.0, voor bestuurlijke vaststelling door KANS-partners

In plaats van samenvatting: aanleiding, context, leeswijzer

1 WAAROM EEN PLANSTUDIE KANS?
1.1 AANLEIDING
De Knoop A10-N247-s116 (afgekort: KANS) is een belangrijke schakel in het wegennet aan de noordkant van Amsterdam, zowel voor het autoverkeer als voor het openbaar vervoer.

In de KANS-knoop komen netwerken van Rijk, provincie en gemeente bij elkaar en worden ook regionale en lokale OV-verbindingen met elkaar verbonden. De knoop ligt tegen het Centrumgebied Amsterdam-Noord aan, waar momenteel en in de komende jaren een grote ruimtelijk ontwikkelingsopgave wordt gerealiseerd, met verandering en toename van vervoerpatronen tot gevolg. De gevolgen van de lokale en regionale ontwikkelingen zullen ook merkbaar zijn op de ring A10. De verkeersproblematiek op de knoop is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor zowel de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat West-Nederland Noord als voor de Vervoerregio Amsterdam.

Samen met de drie wegbeheerders is de Vervoerregio Amsterdam initiatiefnemer van de Planstudie KANS. Namens de vier samenwerkende partijen is de Vervoerregio Amsterdam de penvoerder.

1.2 WAT IS ER AAN DE HAND?
De verkeersafwikkeling op en rond de KANS-knoop staat momenteel al onder druk. De reistijd en snelheden op routes door de knoop liggen ver onder de streefwaarden en die problematiek zal, wanneer er geen maatregelen worden getroffen, naar verwachting in de toekomst erger worden. Onder andere door de bouw van nieuwe woningen in Amsterdam en in de regio Waterland zal de omvang van het verkeer verder toenemen, waardoor zowel het autoverkeer als het OV in de spitsperioden structureel stil staat en daarbuiten steeds vaker slechts stapvoets vooruit komt.

Voor busreizigers en automobilisten die op hun route langs deze knoop komen, wordt het (nog) lastiger om hun bestemming binnen aanvaardbare tijd te bereiken. Daardoor komt de bereikbaarheid van de
KANS-knoop en een groter gebied ten noorden van het IJ richting Purmerend, Waterland en Edam-Volendam onder druk te staan. Ook de aanstaande opening van de Noord/Zuidlijn zal lokaal en regionaal kunnen leiden tot knelpunten in de bereikbaarheid. Immers, vervoerpatronen van, naar en in het gebied zullen veranderen.

De problematiek op de knoop is een belangrijk aandachtspunt voor zowel de Vervoerregio Amsterdam, als de drie betrokken wegbeheerders: de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat West-Nederland Noord. In 2016 en begin 2017 is door de partners een verkenning uitgevoerd.

In de verkenning is inzichtelijk gemaakt welke problemen er nu en in de toekomst op de knoop spelen. Vervolgens is onderzocht welke mogelijke oplossingsrichtingen de problemen het hoofd kunnen bieden. Op basis van de geconstateerde problemen en mogelijke oplossingen in de verkenning, is in het directeurenoverleg KANS van 27 januari 2017 besloten om de studie naar de KANS-knoop te vervolgen in een planstudie.

1.3 WAT WILLEN WE BEREIKEN EN VOOR WIE?
De Vervoerregio Amsterdam heeft mede namens de overige partners het initiatief genomen voor het uitvoeren van onderzoeken ten behoeve van de planstudie. De planstudie is de volgende stap op weg naar een gedragen ontwerp, goede planologische inbedding en uiteindelijk de eventuele realisatie van infrastructurele maatregelen. In de planstudie worden alternatieven en varianten voor het bereikbaarheidsprobleem geïnventariseerd en worden het doelbereik en de milieueffecten daarvan onderzocht.

Het doel van de planstudie is om met de resultaten en inzichten van het onderzoek, voldoende beslisinformatie beschikbaar te hebben om op directeuren- en bestuurlijk niveau een gedragen voorkeursbesluit te kunnen laten nemen door de vier partners: de gemeente Amsterdam, de Provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat Noord-Holland en de Vervoerregio Amsterdam.

Wanneer er geen maatregelen worden genomen, zorgen groeiende verkeersstromen in de knoop voor een verslechtering van de bereikbaarheid voor weggebruikers en OV-reizigers, met structurele filevorming en lange en onbetrouwbare reistijden tot gevolg. De planstudie biedt inzicht in de mate waarin specifieke maatregelen bijdragen aan het verbeteren van de bereikbaarheid in relatie tot de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen.

Het beoogde resultaat van de planstudie is om de betrokken overheden inzicht te geven in de aard en omvang van de bereikbaarheidsproblematiek. Zij kunnen dan een besluit nemen over gedragen voorkeursoplossingen waarmee de bereikbaarheidsdoelstellingen voldoende worden bediend. Op een later moment kunnen deze voorkeursoplossingen onderdeel worden van een procedure voor een concreet ruimtelijk besluit, zoals een Tracébesluit, een inpassingsplan of een bestemmingsplan. De formele planologische procedures maken dus geen onderdeel uit van de planstudie.

1.4 WIE IS WIE IN DE PLANSTUDIE?
In een planstudie wordt onderscheid gemaakt tussen initiatiefnemers en het bevoegd gezag, waarbij het bevoegd gezag de partij of partijen zijn die uiteindelijk besluiten over het treffen van maatregelen.
Voor de Planstudie KANS zijn vier partijen gezamenlijk de initiatiefnemer: Rijkswaterstaat West-Nederland Noord, provincie Noord-Holland, gemeente Amsterdam en de Vervoerregio Amsterdam. De Vervoerregio
Amsterdam is zowel namens als in overleg met de drie betrokken wegbeheerders de penvoerder voor de Planstudie.

Als Bevoegd gezag treden de besturen van de drie betrokken wegbeheerders op, te weten de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam, Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland en de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat). Namens hen zijn Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam het coördinerend bevoegd gezag, dat wil zeggen dat zij tot taak hebben om ervoor te zorgen dat de procedure in goede samenhang plaatsvindt, ook in relatie tot omliggende ontwikkelingen en projecten.

1.5 LEESWIJZER
Het belangrijkste doel van een Notitie Reikwijdte en Detailniveau is dat de initiatiefnemers van de planstudie duidelijkheid scheppen voor gebruikers, belanghebbenden en besluitvormers over wat onderzocht gaat worden en hoe dat zal gebeuren.

Het wat en hoe wordt aangeduid met de twee termen reikwijdte en detailniveau. Daarmee wordt het volgende bedoeld:
• Reikwijdte: welke alternatieven voor de oplossing van het gesignaleerde probleem worden onderzocht?
• Detailniveau: welke onderzoeken worden op welke wijze uitgevoerd met welke mate van detail, om het doelbereik en de relevante milieueffecten in beeld te brengen?
Na dit inleidende eerste hoofdstuk wordt op de reikwijdte van de planstudie ingegaan in de hoofdstukken 2, 3 en 4, waarbij de volgende zaken aan bod komen:
• Hoofdstuk 2: situatie en probleemverkenning;
• Hoofdstuk 3: de ambities, doelen en het beoordelingskader;
• Hoofdstuk 4: alternatieven en varianten.
Hoofdstuk 5 beschrijft welke thema’s in de planstudie worden onderzocht en hoe het onderzoek per thema wordt uitgevoerd.
Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op de procedure die planstudie KANS volgt en geeft daarbij antwoord op de vraag hoe en wanneer u kan meedenken.

Media

Documents