Technologiegebruik in ouder-kindprogramma's

Een meta-analyse naar de effecten op ontluikende geletterdheid en ouder-kindinteractie

Leren lezen begint al lang vóór de start van het formele leesonderwijs. Kinderen doen eerder al
vaardigheden op die samen ook wel de ‘ontluikende geletterdheid’ worden genoemd. Hieronder
vallen vaardigheden gerelateerd aan het decoderen van geschreven tekst, zoals letterkennis,
vaardigheden om teksten te kunnen begrijpen, zoals woordenschat, en fonologisch bewustzijn,
waarmee je bijvoorbeeld woorden in lettergrepen kunt ‘hakken’. Een belangrijke context waarin
kinderen deze vaardigheden opdoen is de thuisomgeving. Mede door de variatie in thuisomgevingen, bestaan er verschillen tussen de vaardigheden waarmee kinderen op school starten. Kinderen die met beperkte geletterde vaardigheden aan het onderwijs beginnen, hebben vaker een achterblijvende lees- en schrijfontwikkeling, wat weer gevolgen heeft voor later academisch succes. Om deze achterstanden op vroege leeftijd te verhelpen, worden ouder-kindprogramma’s ingezet. Hierin worden ouders ondersteund om betrokken te zijn bij de vroege geletterde ontwikkeling van hun kinderen en om hun kinderen rijke taal aan te bieden. De verscheidenheid van zulke programma’s is groot en naar de effectiviteit van de programma’s en hun werkzame elementen zijn al veel onderzoeken gedaan. Uit deze onderzoeken komt naar voren dat dergelijke programma’s over het algemeen bijdragen aan de geletterde ontwikkeling van kinderen. Een element waar binnen ouder-kind programma's steeds meer aandacht voor komt, is het gebruik van technologie.