Paradoxical as it may sound, the realization of new construction offers many opportunities for increasing Amsterdam's biodiversity. For example, new buildings can be fitted with nesting stones for birds; a relatively cheap installation that is suitable for sparrows, swifts and starlings. Provisions can also be made for bats.
Handbook with 20 ideas
Nature-inclusive building and design ensures a healthy, future-proof living environment for humans and animals.There are options for every building or area.For example on the ground (wadi or facade garden), on the roof and even in the wall.The 20 most useful ideas are explained in the Handbook Nature inclusive building and design in 20 ideas.
Klimaatverandering en wereldwijd soortenverlies vragen om offensieve strategieën voor natuur- en milieubescherming. Een veelbelovend voorbeeld is rewilding: het geven van meer ruimte aan natuurlijke processen, zoals het beschreven wordt in het eerste Nederlandse rewilding boek. Het boek is 10 maart 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.
Is er in Nederland wel plek voor rewilding, waar bijna alles gepland, geordend en aan regels gebonden is? In het boek ‘Rewilding in Nederland’, in opdracht van het ministerie van LNV, geven verschillende auteurs hun visie op de ecologische, bestuurlijke en maatschappelijke discussies rond deze steeds populairdere vorm van natuurbescherming.
Rewilding vindt meestal plaats in grote gebieden, waarbij een heel landschap wordt verwilderd. Ook de herintroductie van cruciale maar verdwenen soorten, zoals grote grazers of roofdieren, is een vorm van rewilding. Dit roept vragen op of wel rewilding past binnen het huidige natuurbeleid in Nederland, wat de gevolgen zijn voor de biodiversiteit, en hoe de maatschappij aankijkt tegen rewilding. Al deze vragen worden besproken in het boek, een bundel van essays.
“Dit boek laat een enorme verscheidenheid aan rewildingvormen en -initiatieven zien; van stadsbalkon tot landschap, van jong tot oud, van stuifzand tot wolf, stapsgewijze verandering en echt langere processen van hervorming,” zegt Koen Arts, onderzoeker en docent bij WUR. Hij focust zich op de relaties tussen mens en natuur. “Door rewilding is Nederland weer pionier in natuurontwikkeling, niet alleen in ecologisch maar ook in maatschappelijk opzicht.” Rewilding heeft volgens de schrijvers namelijk ook een mentale kant: het ervaren van de wildheid van de natuur. Hoe kan dit bijvoorbeeld helpen om de verloren verbinding tussen mens en natuur te herstellen?
Nature and biodiversity are under pressure worldwide as a result of climate change, overexploitation, urban development and agriculture, among other things. The situation in the Netherlands is no exception. Partly for this reason, it is very important to carefully investigate and monitor the impact of the various developments on nature and biodiversity, in order to be able to adjust developments in a timely manner where necessary.
In this project we have opted for a broad definition of citizen science: research into nature that is wholly or partly carried out by amateurs or non-professional scientists. We prefer to speak of a system of citizen science, in which we distinguish four important components that are closely related: Observing, storing and buying; the analysis & interpretation of observations; using and monetizing the observations and analyses; and the communication of the observations and analyses.
This research was commissioned by the Ministry of Economic Affairs as part of the policy support study 'Nature in the hands of people' (BO11-013-038).
This report can be downloaded for free from http://dx.doi.org/10.18174/413497.Wageningen environmental research does not provide printed copies of reports.
Met een natuur inclusieve inrichting van Nederland kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het realiseren van actuele maatschappelijke opgaven. Dat blijkt uit de analyse van het scenario Natuur inclusief, één van de drie scenario’s uit de Natuurverkenning 2050. In dit scenario is er sprake van toename van het aanbod van meerdere ecosysteemdiensten. Deze diensten zijn van belang voor het realiseren van actuele maatschappelijke opgaven op het gebied van onder andere klimaat, biodiversiteit, waterkwaliteit, en de kwaliteit van de leefomgeving. Het is de eerste keer in Nederland dat de effecten van een natuur inclusief toekomstbeeld op deze manier zijn gekwantificeerd.
Ook bij een verregaand natuur inclusieve inrichting van Nederland blijft er nog wel sprake van restopgaven. Naast natuur inclusieve maatregelen zijn ook aanvullende maatregelen nodig om de maatschappelijke opgaven volledig het hoofd te bieden. Ook vraagt een natuur inclusieve inrichting van Nederland om grote veranderingen, zowel ruimtelijk, als qua verdienmodellen en gedragsverandering
B.C. Breman, W. Nieuwenhuizen, G.H.P. Dirkx, R. Pouwels, B. de Knegt, E. de Wit, H.D. Roelofsen, A. van Hinsberg, P.M. van Egmond, G.J. Maas
BAPS-projectnummer WOT-04-011-034.60, WOT-04-011-033.03: DOI 10.18174/558179
MSc Thesis - Roof Buzz: The relation between pollinator diversity and green roof characteristics
Insect populations worldwide have declined, with urbanization as one of the major drivers. Green roofs could provide suitable habitat for insect in urban areas; however, which factors, such as forage availability, structure and the surroundings of the roof, affect insect pollinators on green roofs remains unclear, while being important knowledge for designing pollinator friendly green roofs. Thus, this research tries to answer a) which factors concerning green roofs affect pollinator species richness, abundance and functional richness? and b) if there is a difference between which factors are important between pollinators with and without a nest.
Auteur: Marco Tanis In samenwerking met: Bureau Stadsnatuur, Naturalis Biodiversity Centre
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en - fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen.
In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door experts (deels ook samen met buurtbewoners) wordt gepoogd deze meer verborgen diergroepen te ontsluiten, en tegelijkertijd een inventarisatie van (enkele van) deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen en ook aan de kennis van de Amsterdamse natuur als geheel. Het hier voor u liggende rapport betreft het tweede deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in twee naast elkaar gelegen 'keurblokken': de tuinen van Fotomuseum Foam en Hammerstein Advocaten, aan respectievelijk de Herengracht en de Keizersgracht in het centrum van Amsterdam.
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen. De meer onooglijke stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen. In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door experts samen met buurtbewoners wordt gepoogd deze meer verborgen diergroepen te ontsluiten voor de niet-expert, en tegelijkertijd een inventarisatie van (enkele van) deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen. Het hier voor u liggende rapport betreft het eerste deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in de Wilmkebreekpolder in Amsterdam-Noord.
De biodiversiteit van steden is aan het toenemen; maar er wordt onevenredig veel aandacht besteed aan de meer charismatische leden van de stadsnatuur: vogels, zoogdieren, grotere planten, vlinders en bijen.De minder in het oog springende stadsflora en -fauna wordt vaak veronachtzaamd, hoewel deze samen het grootste deel van de biodiversiteit voor hun rekening nemen.
In een serie inventarisaties van Amsterdamse groengebieden door buurtbewoners samen met experts wordt gepoogd deze verborgen diergroepen te ontsluiten voor de niet-specialist, en tegelijkertijd een inventarisatie van deze groepen uit te voeren, waarvan de resultaten ten goede komen aan het ecologische beheer van deze terreinen.
Het hier voor u liggende rapport betreft een deelproject binnen dit programma, gewijd aan de kleinere diertjes in Natuurtuin. De Slatuinen in Amsterdam-West.
Colofon Tekst: Menno Schilthuizen Layout: Bart Van Camp Amsterdam 2021 Alle waarnemingen zijn te vinden op waarneming.nl
Abstract: Understanding varying levels of biodiversity within cities is pivotal to protect it in the face of global urbanisation. In the early stages of urban ecology studies on intra-urban biodiversity focused on the urban–rural gradient, representing a broad generalisation of features of the urban landscape. Increasingly, studies classify the urban landscape in more detail, quantifying separately the effects of individual urban features on biodiversity levels. However, while separate factors influencing biodiversity variation among cities worldwide have recently been analysed, a global analysis on the factors influencing biodiversity levels within cities is still lacking. We here present the first meta-analysis on intra-urban biodiversity variation across a large variety of taxonomic groups of 75 cities worldwide. Our results show that patch area and corridors have the strongest positive effects on biodiversity, complemented by vegetation structure. Local, biotic and management habitat variables were significantly more important than landscape, abiotic or design variables. Large sites greater than 50 ha are necessary to prevent a rapid loss of area-sensitive species. This indicates that, despite positive impacts of biodiversity-friendly management, increasing the area of habitat patches and creating a network of corridors is the most important strategy to maintain high levels of urban biodiversity.
In 2019 we will begin the first tracking study of lesser black backed gulls on Forteiland IJmuiden. Approximately 1100 pairs lesser black backed gulls and 70 pairs of herring gulls breed on the island. The breeding colony has been monitored since 2008 by a team of volunteers. The current team members are Fred Cottaar, Jose Verbeek and Maarten van Kleinwee. In collaboration with PBN, part of the island is blocked off from pedestrians during the breeding season to let gulls breed undisturbed on this unique location in the busy harbour of IJmuiden.
The tracking study is part of an ongoing collaboration between UvA (Dr. Judy Shamoun-Baranes) and the NIOZ (Dr. Kees Camphuysen). The study is being conducted within the project “Interactions between birds and offshore wind farms: drivers, consequences and tools for mitigation” funded by NWO Applied and Engineering Sciences Open Technology Programme, Rijkswaterstaat and Gemini windpark. The tracking study will provide complementary information on the movement patterns of gulls breeding along the North Sea coast, with similar objectives to the studies conducted onTexelandSchiermonnikoog. The main aim is to identify intrinsic and external drivers of movement from fine scale flight behaviour to seasonal migrations. While adult gulls from other colonies have been tracked since 2008, little is still known about the daily movements and flight behaviour of juveniles and how this differs from adults. This study will contribute to our knowledge on how juvenile birds develop their foraging and migration strategies and how their flight behaviour differs from adults.
Forteiland, IJmuiden
Within the scope of the project we are especially interested in fine scale flight behaviour at sea. Forteiland is particularly interesting in this respect as it is relatively close to several wind parks in the North Sea. Enabled by the design of the tracking system, the UvA-BiTS system will automatically switch to high resolution measurements over the North Sea, measuring speed, altitude, location and tri-axial acceleration to identify behaviour, every 3 seconds.
If you are following birds on the website or in the field, here are the codes for birds tracked in 2019