Behandelend ambtenaar: Lisette Tilma.
-
Artikel
Communicatie-onderzoek genderinclusieve communicatie
Het Actieplan 2021-2023: naar een inclusief communicatiedomein staat geschreven dat zowel de organisatie als de externe communicatie inclusiever moet worden. Om verbeterplannen te maken, moet eerst worden onderzocht hoe inclusief de communicatie op dit moment is en wat er beter kan. Dit onderzoek richt zich op non-binaire mensen, een deelgroep binnen de lhbtiq+-gemeenschap.
-
Artikel
Voorwaarden opvang dak- thuisloze LHBTIQ
“In Amsterdam moet iedereen dezelfde kansen krijgen en in vrijheid zichzelf kunnen zijn.” Dat werd in de
nota Regenboogbeleid 2019-2022 van de gemeente Amsterdam benoemd als de kern van het beleid voor lhbtiq+-personen. Voor een deel van de Amsterdamse lhbtiq+-personen is deze vrijheid beperkt omdat ze dak- of thuisloos zijn. Deze groep vormt een aanmerkelijk deel van de gehele groep dak en thuislozen. Voor een deel gaat het om een groep die vaak vanwege hun seksuele geaardheid en/of genderidentiteit en -expressie i dak- en thuisloos is geworden en behoefte heeft aan een laagdrempelige, veilige opvang.Behandeld in Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering 8 februari 2023 en 18 januari 2023
Behandeld in Gemeenteraad 16 maart 2023
Behandelend ambtenaar: Directie OJZD, Carlo van der Linden en Jessica Weide, bestuurszaken.ojz@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht Commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht Gemeenteraad klik hier
Bron:
Klooster onderzoek & advies
auteurs: Eva Klooster, Ewoud Butter & Rodrigo Consalez Alvarez
-
Artikel
Lhbt slachtoffers van ernstige delicten: behoefte aan eenduidige aanpak in ondersteuning en meer lhbt-sensitiviteit binnen organisaties
Lhbt personen zijn kwetsbaar voor geweld, vooral transgenders, vluchtelingen of personen met een bi-culturele achtergrond. Na een ernstig incident hebben lhbt slachtoffers behoefte aan bescherming en een gevoel van veiligheid. Zij vinden vooral hulp binnen hun sociale netwerk; vooral bij zeer ernstige incidenten of voorvallen in de woonomgeving schakelen zij de politie in. Aangifte doen vinden de slachtoffers lastig. Dit zijn de conclusies van een kwalitatief onderzoek naar lhbt slachtoffers van ernstige delicten in Amsterdam waarbij specifieke aandacht was voor kwetsbare lhbt personen. OIS voerde het onderzoek in opdracht van OOV uit, in het kader van de uitvoering van de Roze Agenda.
Het onderzoek is uitgevoerd in drie delen:
- een literatuuronderzoek naar lhbt slachtofferschap van delicten, in het bijzonder van discriminatie-incidenten, meldings- en aangiftebereidheid van kwetsbare groepen en de behoeften van lhbt personen na slachtofferschap van delicten;
- zes gesprekken met vertegenwoordigers van belangenorganisaties (voor transpersonen, voor lhbt moslims en voor vluchtelingen en asielzoekers), met professionals in contact met de doelgroep en met een onderzoeker;
- zeven kwalitatieve interviews met slachtoffers van geweldsincidenten of bedreiging daartoe. De interviews zijn niet representatief voor de hele groep lhbt Amsterdammers en hebben als doel om ervaringen in kaart te brengen en eerdere inzichten te illustreren en aan te vullen.
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen vier aanbevelingen worden geformuleerd om beter aan te sluiten bij de behoeften van lhbt slachtoffers en om de aangiftebereidheid te vergroten.
- Breng het netwerk van relevante (belangen)organisaties en instanties die met lhbt slachtoffers in contact komen in kaart, met als doel kennis en ervaringen uit te wisselen, onder anderen als het gaat om het contact met kwetsbare en moeilijk bereikbare lhbt groepen.
- Streef samen met dit netwerk van organisaties en instanties naar een eenduidige aanpak wanneer lhbt slachtoffers incidenten melden zodat het duidelijk is naar welke instanties wordt doorverwezen bij welke type problemen. Daarbij is het ook belangrijk dat instanties zich realiseren dat het sociale netwerk van het slachtoffer cruciaal is voor de verwerking van ernstige incidenten.
- Zorg voor meer, brede, lhbt-sensitiviteit binnen instanties, met name bij de politie. Kennis van de kwetsbaarheid van lhbt groepen, oog voor de diversiteit binnen de lhbt groep en gevoeligheid voor de specifieke problemen van deze groepen moeten breed in organisaties en instanties aanwezig zijn om slachtoffers te kunnen helpen.
- Om de aangiftebereidheid te doen stijgen lijken vooral lange-termijn acties van belang, gericht op het vergroten van het vertrouwen in de politie en op het nut van meldingen en aangiftes. Daarbij is het belangrijk om in te zetten op de kwetsbare en moeilijk bereikbare groepen.
-
Artikel
Actieonderzoek Anti-Discriminatie LHBTIQ+
Het uitgevoerde onderzoek dient ter ondersteuning van dit doel door:1) Een duidelijk beeld te geven van de aard en regelmaat van de discriminatie binnen de LHBTIQ+ gemeenschap. 2) Te duiden wat het huidige ervaren handelingsperspectief is van de gediscrimineerden. 3) Concrete, realistische en door de betreffende gemeenschap gedragen voorstellen en aanknopingspunten voor vervolgacties op te leveren waarbij de gemeente en haar partners gezamenlijk een stevigere vuist maken tegen discriminatie. De uiteenzetting van centrale punten en de conclusies die getrokken worden in dit onderzoek zijn opgesteld na analyse van een vijftiental narratieve interviews met slachtoffers van discriminatie en professionals in het LHBTIQ+ veld. Er is een zo divers mogelijke groep gesproken, echter betekent de relatief kleine steekproef dat er geen uitspraken gedaan kunnen worden over álle LHBTIQ+ personen in Amsterdam noch over de totale omvang van het probleem.
Behandeld in Gemeenteraad 6 oktober 2021 en Commissie Kunst Diversiteit Democratisering 1 september 2021 en Commissie Algemene Zaken 2 september 2021
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Auteurs actieonderzoek: H.V. de Gooijer, M. zum Vorde sive Vording, N. Belaray in opdracht afdeling Diversiteit
Bron: Actieonderzoek Anti-Discriminatie LHBTIQ+ - Public Mediation
Bron: anti semitische Gemeente Amsterdam - www.dander.nl
Bron ZwartWitboek :The Black Archives - auteurs: Mitchell Esajas, Alixine Gabriela, Isabelle Brotto
Bron: Actieonderzoek Regenbooggemeenschap: Irene Hemelaar - info@irenehemelaar.nl
-
Artikel
Beleidsmonitor Diversiteit 2022
Diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijk thema’s in het coalitieakkoord 2018-2022 van de Gemeente Amsterdam. Daarbij worden vier vormen van uitsluitsel benoemd: discriminatie, groeiende tweedeling (op basis van herkomst of religie, en sociaaleconomische tweedeling), achterblijvende emancipatie (van vrouwen en lhbtiq+ personen) en gevoel van onveiligheid (gevoel van veiligheid als randvoorwaarde om je vrij te kunnen voelen). Ten aanzien hiervan zijn drie ambities opgesteld. Aan het eind van de bestuursperiode: is (arbeidsmarkt) discriminatie afgenomen; zijn de netwerken en emanciperende krachten in de stad versterkt; is het (Amsterdams) burgerschap versterkt. Deze ambities zijn uitgewerkt in de vorm van vier programmalijnen die worden uitgevoerd door de afdeling Diversiteit, te weten:1.Antidiscriminatie 2.Emancipatie (met als speciale doelgroepen: lhbtiq+ personen vrouwen) 3.Verbonden Stad 4.Gedeelde Geschiedenis
Behandeld in Gemeenteraad 17 februari 2022
Behandelend ambtenaar: OJZD, Sacha van Halder, s.van.halder@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron OIS : Ellen Lindeman, Lotje Cohen - lotje.cohen@amsterdam.nl - e.lindeman@amsterdam.nl
-
Artikel
Pride Amsterdam onderzoek 2022
Bij de gemeente Amsterdam bestond behoefte om onderzoek uit te voeren naar Pride Amsterdam. De
afgelopen tijd heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Amsterdam en verschillende
partijen betrokken bij Pride Amsterdam. In die gesprekken zijn verschillende aandachtspunten uit naar
voren gekomen voor de toekomstige invulling van Pride Amsterdam. Er was bij de gemeente Amsterdam
behoefte om deze aandachtspunten te onderzoeken. Daarbij was het belangrijk om houding en draagvlak
onder verschillende bevolkingsgroepen, inclusief de lhbtiq+ gemeenschap te toetsen. Deze rapportage
beschrijft de bevindingen van het onderzoek. Doel van het onderzoek “Het in kaart brengen op welke wijze verschillende doelgroepen aankijken tegen Pride Amsterdam en wat men vindt van mogelijke aanpassingen in de (toekomstige) invulling van het evenement en de randprogrammering.”Behandeld in Commissie Financien, Kunst en Diversiteit 8 september 2022
Behandelend ambtenaar: Directie Communicatie, Stedelijk Evenementenbureau, Judith Brunsting-j.brunsting@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron: Het onderzoek is uitgevoerd door een team van senior onderzoekers van R2 Research B.V. Bij het het uitvoeren van het onderzoek heeft R2 gewerkt volgens de richtlijnen van het Expertise Center voor Marketing-insights, Onderzoek en Analytics (MOA)
-
Artikel
Straatintimidatie in Amsterdam 2022
Voor de gemeente Amsterdam is elke vorm van straatintimidatie ontoelaatbaar. Iedereen moet zich op elk moment van de dag, overal in Amsterdam, vrij en veilig kunnen voelen. De rapportage straatintimidatie is een tweejaarlijks terugkerende rapportage in het kader van de aanpak van straatintimidatie. Dit is de vijfde keer dat de rapportage straatintimidatie verschijnt.
Van de 5.045 ondervraagde Amsterdammers geeft 42 procent aan de afgelopen 12 maanden eens of vaker te zijn geconfronteerd met één of meer vormen van straatintimidatie. Dit is iets hoger dan in coronajaar 2020, toen 38 procent van de Amsterdammers aangaf de afgelopen 12 maanden geconfronteerd te zijn met intimidatie op straat. Dat blijkt uit de vijfde meting naar straatintimidatie in Amsterdam.
Net als in eerdere jaren hebben vrouwen vaker dan mannen te maken met straatintimidatie (51 procent tegenover 32 procent). Vooral voor jonge vrouwen van 15 tot en met 34 jaar is dit geval (72 procent), gevolgd door vrouwen tussen de 35 en 49 jaar (50 procent). Vrouwen van 50 jaar en ouder en mannen ervaren minder vaak straatintimidatie. Hoewel ook onder mannen de jongste leeftijdscategorie vaker te maken krijgt met straatintimidatie dan de oudere groepen, zijn de verschillen tussen de leeftijdscategorieën bij mannen kleiner. Daarnaast hebben lesbische, homoseksuele en biseksuele Amsterdammers relatief vaak te maken met straatintimidatie, namelijk iets meer dan de helft van hen (54 procent).
Auteurs: Eliza van der Beek Sara Rubingh, Gemeente Amsterdam, Onderzoek & Statistiek
-
Artikel
Onderzoek commissie Zedelijk Gedrag Gemeenteambtenaren (1942-1958)
Bijgaand de onderzoeksresultaten met betrekking tot het functioneren van de Amsterdamse beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeenteambtenaren (1942-1958) waarin ook een koppeling wordt gelegd naar het huidige beleid.De gemeente Amsterdam heeft onderzoek laten doen naar de handelswijze van de Amsterdamse Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel tussen 1912 en 1959. Dit is gedaan op basis van het archief dat zich in onze collectie bevindt. Er is onderzocht hoe de beoordelingen van de commissie tot stand kwamen, en in hoeverre er sprake was van discriminatie op basis van onder meer seksuele gerichtheid, geslacht en afkomst. De resultaten zijn, met begeleidende Raadsbrief, op 8 juni voorgelegd aan de gemeenteraad van Amsterdam.
De Amsterdamse Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel werd ingesteld op 6 februari 1912 en opgeheven per 1 januari 1959. De commissie bracht advies uit of potentiële werknemers die eerder veroordeeld waren, desondanks toch in aanmerking kwamen voor functies bij de gemeente Amsterdam en andere semioverheidsbedrijven. De Beoordelingscommissie was ingesteld door de toenmalige burgemeester W.F. van Leeuwen. Er bestonden nog geen landelijke richtlijnen, en hij wilde niet persoonlijk oordelen over deze kwesties die zo belangrijk waren voor de betrokkenen. De Commissie was in feite verantwoordelijk voor wat wij nu kennen als de verklaring omtrent gedrag (VOG). Deze is verplicht voor alle Amsterdamse ambtenaren en wordt afgegeven door Justis, deel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Taak en werking Commissie
De commissieleden onderzochten in hoeverre kandidaten geschikt waren voor de functie en in staat waren het aanzien van de gemeente Amsterdam hoog te houden. Het ging voornamelijk om laaggeschoolde functies, zoals in de bewaking of op de tram. De commissie bestond uit een groep van zeven ambtenaren die om de twee tot drie maanden bij elkaar kwam voor een vergadering. Of de sollicitanten geschikt waren om bij de gemeente Amsterdam aan de slag te gaan, werd beoordeeld op basis van informatie van de politie, het Genootschap voor Reclassering en eigen inlichtingen. De commissie kreeg meer dan 17.000 verzoeken om advies. Hiervan zijn 3305 beoordelingen bewaard gebleven uit de jaren 1942 tot en met 1958. De rest van de verzoeken in deze periode, zo’n 70%, werd door de voorzitter en/of de secretaris zelfstandig afgehandeld. Het onderzoek is gedaan op basis van de notulen van de vergaderingen die bewaard zijn gebleven.
Uitkomsten onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft twee onafhankelijke onderzoeksrapporten laten opstellen door de onderzoekers Jurriaan Omlo (Bureau Omlo) en Gregor Walz (Verwonderzoek), en door onderzoeksjournalist Karin Spaink. Uit beide onderzoeken blijkt dat er binnen de commissie veel ruimte was voor willekeur en persoonlijke vooroordelen. Een duidelijke opdracht of een formeel beoordelingskader ontbrak. Interne of externe controle was er niet. Verantwoording hoefde er niet te worden afgelegd. De commissieleden waren geselecteerd op basis van hun aanzien en positie binnen de gemeente, en niet op basis van hun expertise op het gebied van werving en selectie of delinquentie. Inlichtingen werden niet altijd op een rechtmatige manier verworven, waardoor de privacy van kandidaten in het geding kwam. Commissieleden lieten impliciete en expliciete vooroordelen meewegen bij het beoordelen van homoseksuele mannen, vrouwen, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een crimineel verleden, mensen met een migratieachtergrond en mensen uit een lagere economische klasse.
Homoseksualiteit
Dat blijkt alleen al uit de verschillende typeringen die door de commissieleden geuit werden. Aanvragers waren netjes, rustig, fatsoenlijk, eerlijk en ‘doet erg zijn best’, maar werden ook ronduit ‘debiel’ genoemd of een ‘scharrelaar’, ‘stumperig’, ‘infantiel’, ‘psychopate’, ‘een lui man’, ‘ordinair’, ‘slappeling’, ‘onbeheerscht type’, ‘arrogant type’, ‘ongelikte beer’, mislukt type’, ‘losbandig’, ‘driftkop’, ‘dweil’, ‘vaatdoek’ of ‘snol’. In 76 gevallen kwam de homoseksuele gerichtheid van de aanvrager ter sprake. Een homoseksuele geaardheid was op zichzelf geen reden tot afwijzing, maar er werden vele expliciete waardeoordelen uitgesproken over homoseksuele mannen. Geregeld was het taalgebruik veroordelend en negatief. Zo werd homoseksualiteit gezien als ‘een kwaal waaraan iemand lijdt’, waarschuwde de voorzitter van de commissie voor een ‘reservoir van homoseksuelen’ en spreekt men soms over ‘verdacht van homoseksuele neigingen’. Als iemand volgens de commissie met zijn homoseksualiteit ‘te koop’ liep, kon dat reden zijn om een negatief advies te geven.
Seksisme en racisme
De commissie bestond meestal uit alleen maar mannen. De vrouwelijke aanvragers werden kritischer beoordeeld dan de mannelijke aanvragers. Ze werden veel vaker op basis van hun seksueel gedrag beoordeeld (36% van de vrouwen tegenover 8% van de mannen). Als een vrouw recent als sekswerker had gewerkt, of veel contacten met verschillende mannen had, werd haar dat zwaar aangerekend. Vrouwen werden verantwoordelijk gehouden voor het gedrag van mannen. Opvallend is dat seksueel wangedrag van mannen soms mild werd beoordeeld. Ontucht met minderjarigen (zelfs incest) was niet altijd een reden voor een negatief advies.
Voorbeelden van racisme komen weinig voor in de beoordelingen, er waren nog weinig aanvragers van niet-Europese afkomst. Deze uitspraak spreekt echter boekdelen: ‘De heer […] deelde mede, dat [aanvrager] een kleuring (Surinamer) is. Men heeft met deze menschen zooveel slechte ervaringen opgedaan, dat ze brandschoon moeten zijn willen ze een kans hebben om aangenomen te worden. Het vonnis is in dit geval niets, maar met het oog op de consequenties ten aanzien van soortgenooten komt de man niet in aanmerking. De aanvraag wordt derhalve, overeenkomstig het bepaalde in de vorige vergadering, teruggezonden.’
Bron: Gemeente Amsterdam - Onderzoek Commissie Goed Zedelijk Gedrag
Behandelend in Gemeenteraad 1/2 december 2021, Commissie Kunst Diversiteit Democratisering 13 oktober en 22 september 2021
Behandelend ambtenaar: Directie OJZD, afdeling Diversiteit, Sanne van Waarden, Directie P&O, Thijs Paanakker
Voor meer informatie/voordracht commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht Gemeenteraad klik hier
Bronnen:
- Moet zo iemand in overheidsdienst worden toegelaten? Auteur - Jurriaan Omlo(Bureau Omlo), Gregor Walz (Verwonderzoek)
- Zo iemand kunnen we toch niet op het publiek loslaten? Auteur - Karin Spaink
- Raadsbrief onderzoeksresultaten
-
Artikel
Nieuwe factsheet over lhbti Amsterdammers 2017
Hoe is de positie van lhbti Amsterdammers op het gebied van veiligheid, werk en gezondheid? Wat is de houding van Amsterdammers ten aanzien van lhbti personen? Op basis van recent verschenen onderzoeken op verschillende terreinen schetst een nieuwe fact sheet over lhbti Amsterdammers de meest recente stand van zaken.
Naar schatting vormen lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuele personen ruim 9% van de Amsterdamse volwassenen. Er zijn geen gegevens over het aantal transgender en intersekse personen in Amsterdam, maar 0,6% van de Nederlanders noemt zich transgender en naar schatting is 0,5% van de Nederlanders een intersekse persoon. Al deze groepen worden samen aangeduid als lhbti personen.
Deze fact sheet is de derde in een reeks en verschijnt in het kader van het uitvoeringsplan van de Roze Agenda 2015-2018 van de gemeente Amsterdam. De fact sheet rapporteert over zeven beleidsterreinen. Voor elk terrein worden twee of drie indicatoren gepresenteerd (zie onderstaande figuur voor drie thema’s). Daarnaast wordt een overzicht gegeven van recente wetenschappelijke inzichten uit Amsterdams en landelijk onderzoek.
Indicatoren op het gebied van veiligheid, jeugd en onderwijs en diversiteit
-
Artikel
LHBTI's Amsterdam 2017
Deze fact sheet heeft als doel de positie van lhbti Amsterdammers in kaart te brengen en verschijnt in het kader van het uitvoeringsplan van de Roze Agenda 2015-2018 van de gemeente Amsterdam.
OIS in opdracht van Onderwijs, Jeugd en Zorg, afdeling diversiteit
Behandeld in Commissie Jeugd en Cultuur 7 december 2017
Behandelend ambtenaar: OJZ/ Diversiteit, Heleen Schols, h.schols@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
-
Artikel
Evaluatie Europride
We kijken terug op een geslaagde EuroPride. Amsterdam heeft drie weken lang in het teken gestaan van sociale acceptatie van LHBTI’s en aan de wereld laten zien dat je in Amsterdam kunt zijn wie je bent en mag houden van wie je wilt. De organisator heeft een goed evenement neergezet en heeft zich gehouden aan de afspraken in de vergunning. Het succes van het evenement is mede te danken aan de inspanningen die zijn verricht door de vele betrokken partijen. De bewoners zijn actief betrokken bij de voorbereidingen en de evaluatie. De belangrijkste aandachtspunten zijn (geluids)overlast, handhaving en klachtenregistratie.
Behandeld in Commissie Algemene Zaken 3 maart 2017
Behandelend ambtenaar: a.zuiderhof@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Evenementenbureau